Door Edwin Gitsels / Biografiebureau Dit is je leven
We hebben er flink op los moeten improviseren, maar in vergelijking met bijvoorbeeld de horeca en de evenementenbranche draaide de televisiewereld in 2020 nog aardig door. De kijkcijfers waren hoger dan in jaren, met als grootste publiekstrekker uiteraard het dynamische duo Mark Rutte en Hugo de Jonge en hun sidekicks Irma en Corine. Totdat Mark solo ging en op 13 december 8,4 miljoen kijkers aan zich wist te binden.
Maar goed, zo grappig was het natuurlijk allemaal niet. Nog nooit is er een tv-uitzending geweest die zoveel mensen trok die allemaal tegelijkertijd liever hadden gehad dat het nooit uitgezonden had hoeven worden en die hoopten dat het meteen de allerlaatste aflevering zou zijn.
Ook rond oud en nieuw kwamen er weer twee duidelijke voorbeelden voorbij van hoe corona ingreep op tv-programma’s. Youps tiende en laatste oudejaarsconference bleek op 12 december al opgenomen te zijn, toen er nog 30 man publiek bij mocht. En de bekendmaking van de postcodekanjer van 54,9 miljoen moest in het geniep, om een volksoploop te voorkomen. Martijn Krabbé kwam in plaats daarvan met een verrassende quiz met veel potentie en een schitterend decor. Ik vond het een stuk boeiender om naar te kijken dan bijvoorbeeld de inmiddels nogal versleten koffertjes van Linda. Hoewel het programma staat of valt met de finalekandidaat, want deze heeft een nog grotere rol dan bij Miljoenenjacht.
MISSIE GESLAAGD
Ook de twee programma’s van KWF waarvoor ik afgelopen jaar de eindredactie heb gedaan vergden flink wat aanpassingen. Zouden we met Nederland Staat Op Tegen Kanker aanvankelijk weer net als de vorige jaren in juni op een plein vol mensen met een groot podium ergens in den lande staan, door dat plan ging half maart een dikke streep. We stelden het uit naar augustus en weken uit naar Paleis Soestdijk en het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis voor een intieme, ingetogen versie.
Ook het gigantische, elk jaar groter verder uitdijende hart van lampionnen in het kader van Nederland Geeft Licht kon niet op dezelfde manier doorgang vinden als vorig jaar in het Olympisch Stadion. Zonder publiek had wel gekund, maar om enkele tienduizenden lampionnen in elkaar te zetten en met namen te beplakken zijn vele tientallen vrijwilligers nodig, en dat ging dit jaar dus even niet. Vandaar dat we overwegend kleine “lampionnetjes” in Madurodam hebben geplaatst.
De reacties op beide ‘uitgeklede’ programma’s waren hartverwarmend: men vond het stemmig, mooi, indrukwekkend, goed bedacht. Bovendien, het aantal nieuwe structurele donateurs zowel als de hoeveelheid gedoneerde lampionnen overtrof die van vorig jaar ruimschoots.
Kortom: missie geslaagd.
Het was een fantastische uitdaging om mee te denken over hoe we deze programma’s toch konden realiseren, maar uiteindelijk geldt hiervoor hetzelfde als voor de dodenherdenking op 4 mei jl.: tegen de achtergrond van de pandemie was het heel indrukwekkend, maar volgend jaar willen we er toch weer met al die mensen staan, schouder aan schouder.
KOLKENDE MASSA
Met al die creatieve oplossingen voor ingewikkelde situaties moest ik op Nieuwjaarsdag weer denken aan 1 januari 1984. Slechts vier dagen daarvoor had ik kennisgemaakt met de leden van Drukwerk. Ik was aangenomen als hun nieuwe toetsenist en we zouden in januari gaan repeteren. Maar op oudejaarsavond belde de manager: er stond een optreden op nieuwjaarsdag in Ruinerwold. Uitverkocht huis, 800 man publiek. Alleen werd de oude toetsenist al een tijdje beurtelings vervangen door twee anderen, en die dachten van elkaar dat ze op 1 januari mee zouden spelen. Maar ze konden allebei niet…
‘Ik durf het bijna niet te vragen…,’ zei de manager. Het was oudjaarsavond, ik had al een paar bakkies op en zei: ‘Tuurlijk, ik doe wel mee.’
De volgende avond stapte ik rond half 10 het podium op samen met Harry Slinger, Ton Coster, Lucas Huizinga en Hans Witteveen. Ik had nog nooit één noot met die mannen gespeeld. Het grootste deel van het repertoire had ik pas die dag voor het eerst beluisterd. Ik had een map met akkoordenschema’s en cijfertjes van welke knopjes van welke synthesizer ik in moest drukken voor de juiste sounds. Synthesizers die ik ook nog nooit van dichtbij had gezien. Een kolkende massa mensen juichte luidkeels toen ze een van de vijf populairste bands van dat moment, destijds met hun zesde hit in de Top 40 (Hee Amsterdam) genoteerd, het podium zagen betreden.
BRILJANTE OPLOSSING
We begonnen met Wat dom. Die kende ik, dat was een Top 3 hit geweest. Toen dat liedje afgelopen was, zei Harry tegen de zaal: ‘Gelukkig nieuwjaar. Jullie hebben mazzel. Wat jullie gaan meemaken is nog nooit vertoond. We hebben een nieuwe toetsenist, daar staat-ie, Edwin Gitsels. Maar we hebben nog nooit met hem gespeeld. We hadden wel kunnen gaan repeteren, maar dat is zo 1983. We dachten: we laten jullie live meemaken dat we voor het eerst samenspelen. Veel spannender.’
De zaal vond het prachtig. Wat een briljante oplossing. Er kon nu niets meer fout gaan. Ja, dat kon wel, maar dat was ingecalculeerd. Het ging wonder boven wonder goed. Maar pas bij ‘We want more’ ontwaakte ik uit de roes die me door de avond heen had gesleept en zag ik die volle, inmiddels uitzinnige zaal pas echt. En dacht: repeteren is nu niet meer nodig.
We hebben alleen al in 1984 meer dan 160 optredens gedaan, onder meer in een uitverkocht Carré. En als ik daar aan terugdenk, begrijp ik dat alle artiesten in ons land snakken naar de terugkeer van die volle zalen. Welke creatieve oplossingen er ook bedacht zijn, online, met kleine zaaltjes: het haalt het allemaal niet bij de kick van een dampende, hossende menigte, of een staande ovatie, of een we want more uit honderden, duizenden kelen.
Want dat is wat we allemaal willen: wij willen meer!